A glimmer of hope
Het is weekend. Even tijd om te 'unwinden' na weer een volle werkweek. Voor het eerst de maandelijkse afsluiting, rapportagedeadlines voor diverse projecten waar ik mee te maken heb, recruitment van een nieuwe finance officer, noem maar op. Vrijdag is hier gebedsdag dus begint het weekend een dagje eerder dan bij ons (en is zondag de eerste werkdag). Het is ongewoon aangenaam weer voor de tijd van het jaar, met een mild zonnetje waarin het goed toeven is. En van het dak van ons guesthouse is het uitzicht prachtig.
Na wat lezen in de tuin was het verder een winkeldagje. Winkelen in Kabul? Ja, winkelen in Kabul, waarom niet. Zo heb ik boodschappen gedaan, in Spinney's warenhuis. Veel verpakte waar, geimporteerd en dus relatief duur, maar er is als je geld hebt van alles te krijgen. Van brie tot corn flakes, van zwitserse chocola tot American style reuze-vitaminepotten. Verse groente en brood zijn er mondjesmaat, maar Afghaans naambrood koop je dan ook beter in de bakkerijtjes en de hier zo geliefde granaatappels en bloemkool in de groentestalletjes op elke hoek van de straat. Alcoholische versnaperingen blinken overal uit door afwezigheid, behalve in sommige expat cafés, waar je door de strenge importbeperkingen dan ook wel moet rekenen op 10 dollar voor een simpel biertje.
Op de bescheiden boekenafdeling van Spinney's zijn boeken over Osama Bin Laden prominent aanwezig, naast de die over de Taliban. Engels geschreven dus zeker geen positieve verhalen over deze lieden.
In een nieuw Afghaans magazine lees ik er dat maar liefst 72% van de Afghanen positief is over de toekomst (zie http://www.afghanzariza.com/article/articledetail/azajo-survey-2013-72-afghans-optimistic-about-their-future). Dat geeft de burger een beetje moed. En zeker kan het beter gaan, maar dan moet er wel nodig geinvesteerd worden in wegen, infrastructuur en bedrijvigheid. En dat is afhankelijk van een stabiele politiek en meer veiligheid. Er is economische vooruitgang sinds de regering Karzai aantrad, maar hoewel het in Kabul wel meevalt, is de veiligheid in sommige provinicies is nog steeds abominabel en tiert corruptie nog steeds welig.
De twee grote thema’s hier die grote invloed zullen hebben zijn allereerst de presidentverkiezingen in het voorjaar van 2014. Een democratische test voor het land. De andere discussie hier is de overeenkomst tot verlenging van Amerikaanse aanwezigheid en materiële steun na 2014, al is het in sterk afgeslankte vorm. Weliswaar heeft een grote tribale volksvergadering pas zijn zegen aan deze overeenkomst gegeven (uiteraard zaten de Taliban en een aantal hard core opstandelingengroepen daar niet bij), maar president Karzai wil eerst meer garanties van de Amerikanen en wil het uitstellen tot na de presidentsverkiezingen. Reden voor zijn aarzeling is ook dat de besprekingen met de Taliban anders zouden kunnen mislukken, die blijvende aanwezigheid natuurlijk verafschuwen. Deze impasse is echter vrij schadelijk voor nieuwe buitenlandse investeringen en vergroot de onzekerheid.
Veel gewone mensen (een kleine meerderheid volgens het genoemde onderzoek) zouden het toejuichen als de Amerikanen c.s. blijven, want dat betekent werk en geld voor de locale middenstand. Als ze zouden weggaan, zijn in één klap duizenden mensen werkloos. Zo pragmatisch zijn de Afghanen ook weer wel. Ongelovigen, die buitenlanders, maar wel goed voor de portemonnee. Maar het tekent hoe ongezond de situatie nog is. De landsbegroting is grotendeels van buitenlandse steun afhankelijk, zonder welke bijvoorbeeld leger en politie nauwelijks in staat zouden zijn salarissen en materieel te betalen. Vrees is ook dat de Talibani of andere ongure types de macht zullen grijpen als de aftocht een feit is. En als je ziet dat warlords en drugsbaronnen in het centrum vrijelijk hun zwaarbeveiligde paleisjes bewonen en je bij 'gewone' restaurants eerst langs zandzakken, een stalen deur en gewapende security agents moet, dan merk je dat er nog veel nodig is op weg naar een stabiel land. Maar het is mogelijk daarop uit te komen, zeker als ook jongeren en vrouwen meer te zeggen krijgen.
Inderdaad is uit eten gaan met al die security-maatregelen een wat vreemde ervaring. Gelukkig is het eten erg lekker en de sfeer prima, met soms prachtige interieurs om de klant te plezieren. Eigenaren zijn niet zelden de Afghanen zelf. Want ondernemen kunnen ze. Zo bezocht ik gistermiddag ook de Zardozi winkel in Kabul (http://www.afghanartisans.com/index.html), waar kleding, stoffen en kunst gemaakt door Afghaanse vrouwen wordt verkocht, die zo een beter bestaan kunnen opbouwen. Een van de projecten die Oxfam Novib ondersteunt hier. Mooie zijden sjaals, kussens, accessoires en natuurlijk tapijten zijn er te kust en te keur. Niet vliegend, maar wel mooi. Mooi ook dat mijn kerstkadootjes zijn geregeld, en daarbij steun ik de makers. Een goed gevoel, toch. Ik ontmoet er ook Shugufa Yousafzai, een leuke jongedame die zelf een juwelenbedrijfje heeft opgezet waar ze zelfontworpen oorbellen, ringen en kettingen verkoopt, ook via internet aan het buitenland. Afghanistan staat immers bekend om zijn blinkende edelstenen. Letterlijk zijn mensen als zij en haar produkten een ‘glimmer of hope’ in onzekere tijden voor dit land.