Eindelijk tussen de rails
Terwijl ik dit schrijf zitten we aan de gedroogde vis te knabbelen. Sergei, onze siberische coupe genoot, heeft een complete boodschappentas vol met etenswaren en is graag bereid dat met ons te delen. Naar goed russisch gebruik. We noemen het the ‘ bag of tricks’ omdat hij er dan weer vis, dan weer tomaten of komkommer, smeerkaas, of brood, en ook nog een grote fles door zijn moeder gemaakte wijn uithaalt.
We zijn nu ongeveer 20 uur onderweg, dus al een nacht in de trein overleefd, hoewel de twee snurkers onder ons (vooral voornoemde Sergei) niet echt bevorderlijk waren voor een goede nachtrust. Het slapen blijft echter een uitdaging, zeker omdat ook het bekende treingeluid, kedeng kedeng, met meedogenloze regelmaat ons geselen. Maar alles went. En in plaats van schaapjes weet ik dat ook bielzen aftellen zo saai is dat het vanzelf je in slaap doet vallen.
Dinsdagavond stipt zijn we vertrokken, en hoewel de couchettes nogal klein leken, valt dat na een nacht toch wel mee. S nachts een bed (met matras) overdag een zitbank. Tegenover mij zit een Australisch stel, bezig met een wereldreis van meer dan 14 maanden al. Een aangenaam tijdverdrijf naast praten met de vele nationaliteiten, en het lezen is het naar buiten staren. Groen en golvend landschap afgewisseld met berkenbossen zijn het eindeloze decor. Af en toe onderbroken door dorpen vol met houten huizen, wat lukraak verspreid zo lijkt het. Het heeft soms wat weg van een Centerparcs bij ons, maar hier is het gewoon het voornaamste en goedkooptste bouwmateriaal. De meesten hebben het hier op het platteland niet breed. Daarom heeft men bijna zonder uitzondering een eigen moestuin, gezond eten, en ruimte genoeg! Wegen zie je nauwelijks vanuit de trein, en zo te zien hebben de boeren hun vee ook goed weggestopt. Sommigen zouden zeggen dat het vlakke landschap op onze polders lijkt (lees: saai) maar ik vind het fascinerend het grote Rusland zo aan me voorbij te zien glijden. En en passant wat russisch te leren. Sergei is mijn vraagbaak. De andere Nederlanders die meereizen zijn wat minder taalgevoelig, maar gelukkig brengt engels vaak uitkomst. En dan is er altijd nog een paar glaasjes wodka die uitkomst brengt. Voor je het weet spreek je vloeibaar russisch! En de fles moet leeg, weigeren is bovendien onbeleefd.
Zoveel is me wel duidelijk. Pye da dna! Ad fundum! Maar wel supergezellig… als het maar bij een paar glaasjes blijft. Een paar coupes verder gaat het er wat heftiger aan toe. Drank en russen lijken bij elkaar te horen.
Een bijzonder leven dus, dagen achtereen in de trein. En het bevalt me best. Ik zal het bijna missen als ik straks in Beijing ben. Het kan ook bijna niet anders, want we worden goed verzorgd. Zeker ook door de provodnitsa’ s, een soort kruising tussen conductrice en concierge, die als moeders over ons en de trein waken. Streng maar rechtvaardig. Kordate dames dus, die zorgen voor een hapje en drankje, die de stations afroepen en ons verzamelen als we bij een tussenstop weer de trein terug in moeten. Zit je te lang op de wc, doe je het raampje te lang open, of knoei je met warm water plensen dan is een strenge blik je deel. Maar terecht, anders zou het een zooitje worden. Zij zijn de baas, en wij schikken ons eenvoudig. Zo houden we het leuk. En ach, even later zit ze weer lachend bij de russische passagiers en drinkt een glaasje mee, of leert van ons ole, ole Hup holland te zingen. In de trein is immers gelijk. Met deze trein hebben we nog 3500 km te gaan (!), voordat we Irkoetsk er echt uitmogen. Maar ik heb er vertrouwen in. Paka!