Kunst en kogels
Ook Kabul heeft een museum. National Museum of Afghanistan staat er trots als je binnenkomt. Het is een mooi verhaal. Na de beeldenstorm van de Taliban in de jaren negentig (bij ons vooral bekend doordat in Bamiyan in het noorden, de mega-boeddhabeelden werden opgeblazen), is het pand en vooral de collectie weer enigszins opgebouwd. Behalve dat het er binnen nogal kil is zonder centrale verwarming, is het er binnen aangenaam toeven. Vooral wat er wordt getoond van opgravingen uit de pre-islamitische periode en plaatsen is bijzonder, van de tijd dat het boeddhisme dominant was in dit land. Boeddhabeelden, versieringen van oude tempels, fresco’s, vazen, en dat veelal uit de 2e en 3e eeuw na Christus. De afdeling islamitische kunst steekt daar dunnetjes bij af. Hoewel het nog steeds een conservatief islamitisch land is, is het een compliment waard dat ze dat deze niet-islamitische cultuurschatten hier zo de ruimte geven. Grappig is dat het lange pad naar de ingang leidt langs een autokerkhof met Amerikaanse en Engelse auto’s, ooit het trotse bezit van de emir die in het nabijgelegen paleis zetelde. De eerste auto's die hier rondreden schijnt het. Nu zijn het wrakken van een Cadillac, Mercedes en een Opel Kapitan uit de jaren zestig en zeventig, en zelfs een gammele Rolls Royce uit de jaren dertig. Ik denk dat een autoverzamelaar hier likkebaardend zou rondkijken. Wel beetje opknapwerk nodig…
In de omgeving zie je nog meer sporen van oorlog en verval, zoals het immense koningspaleis aan de overkant, wat geruineerd is. Jammer dat alle miljarden die in het land zijn gepompt niet ruimte lieten om dit op te knappen.
Ik merk nu pas hoe uitgestrekt Kabul is. De weg erheen was lang maar we zijn Kabul nog niet uit. Onderweg passeren we bergen met daartegenaan geplakt wat je sloppenwijken zou kunnen noemen, al hebben al aardig wat electriciteit. Knap om zo te bouwen tegen zulke steile hellingen. Vervelend als je thuis merkt dat je de melk vergeten bent maar wel veilig zo hoog. Het is officieel nog altijd illegale bewoning, maar de overheid kan niet zomaar je huisje wegbulldozeren. Het is de hoogste bouw van Kabul want verder zie je hier geen wolkenkrabbers. Het was vooral file rijden vanmiddag, langs het commerciele hart van de stad door gekrioel van busjes, bakfiesten, voetgangers en overal winkeltjes. Vlakbij is ook 'Chicken Street', een straat vol met tapijtwinkels, kledingzaken, lederwaren en souvenirshops. Een staalkaart van Afghaanse ambachten. En dat is heel wat. Zo bezoek ik met een collega een taptijtzaak, waar het je duizelt hoeveel soorten en maten ze verkopen. Ze vliegen dan wel niet, de kleuren zijn erg mooi. Jammer genoeg hoor ik later dat de ateliers hongerloontjes betalen aan de wevers. Dat is dan weer minder. Ook neem ik een kijkje in een sjaalwinkel met honderden kleurige zijdezachte dessins, vooral voor vrouwen, maar ook heerlijk warme, superzachte yak-of kasjmier wollen sjaals voor de heren. Achterin is een atelier met weefgetouwen en garen. Allemaal familiezaken, die ondanks de onrust zaken blijven doen. Ik neem me voor binnenkort terug te komen om de locale economie te steunen.
Zo zie je dat de aanslag van even geleden op een Libanees restaurant vol met expats, hoewel erg en dramatisch met rond 20 doden, ook weer niet moet worden overdreven. Ja, het is vreselijk voor direct betrokkenen, en het is een ernstig signaal dat westerlingen doelwit kunnen zijn in aanloop naar de verkiezingen in april. En ja, het heeft impact op de expat community en verhoogt de alertheid. Maar het is geen oorlog hier. Het leven gaat elke dag door. Maar je moet gewoon uitkijken wat je doet. Dan kun je best naar bepaalde, goed beveiligde, restaurants en plekken als deze markt bezoeken. Als je maar met de eigen chauffeur gaat, altijd zegt waar je heen gaat en hoe laat je terugkomt. Maar sommige collega-organisaties kiezen wel voor volledige ‘lockdown’ of 'curfew', wat betekent dat die behalve voor het werk, hun compound niet meer uit mogen. Tja, een relatief makkelijke maar ook wel uiterst rigoreuze oplossing. Gelukkig heeft onze organisatie daar (nog) niet voor gekozen. Het zou jammer zijn als je daardoor het moois wat deze stad ook biedt, zou missen. Erg prettige afwisseling, na een week van buffelen op kantoor. Hopelijk werken de Taliban eraan mee dat dit mogelijk blijft.
Waarom heet die straat met al die afghaanse ambachtswinkels "chicken street"??
Chicken street? Volgens mij omdat er veel (kippen)handel in de straat zat vroeger, in de buurt heb je ook Butcher street bijv, waar veel slagers zitten. Er is ook een afghaanse naam natuurlijk maar dit is voor expats wel zo makkelijk…