Boom Nairobi
“Hier neem nog wat van deze worst”, zeiden mijn collega’s in Atlantis, het ideale vrijmibo café vlakbij ons kantoor in Nairobi. Ik neem drie plakjes en stop de eerste in mijn mond. Geen onverdeeld genoegen, terwijl ik de anderen hoor lachen. Blijkt het mutura te zijn, een soort bloedworst gemaakt van onder andere varkensblaas… de chili erin maakt het nog draaglijk maar mijn hand pakt onwillekeurig een glas bier om de boerse smaak weg te spoelen (en de chili te koelen). Heel dapper eet ik de andere stukjes ook op maar de rest geef ik aan fikkie. Dan maar wat sambusa’s die later komen. Nee, een Tusker was nog het grootste succes, het lokale bier dat altijd smaakt. Zeker na een drukke week van 100-en-1 dingen.
Die avond eet ik met mijn huisgenoot een smakelijk pizza’tje in een gloednieuwe mall vlakbij het guesthouse in Kilimani. Een gigantisch atrium-achtig pastelkleurig blok van vijf hoog, dat echter nog voor zo’n 80% leeg staat schat ik. Op het kekke News-café na op de eerste en wat saaie ketenwinkels, maakt het een steriele indruk. En dat terwijl er tegenover het Yaya winkelcentrum ligt, dat midden november toch al in kerstsferen baadt; wat het best gezellig maakt. Al is het van buiten oerlelijk, het is in ieder geval een goed lopend winkelcentrum, waar deze nieuwe mall weinig aan toevoegt. Ze staat tegelijkertijd model voor de gigantische bouwmanie in Nairobi. Een ‘boom’, maar volgens mij een ‘bust’ in the making. Honderden nieuwe appartementen en kantoren zijn dit jaar al opgeleverd, en er staat veel nog in de steigers. Van glimmende kantoorgebouwen tot kleurige woontorens, niet eens allemaal zo lelijk trouwens… Een ongekende metamorfose ondergaat deze stad. Fascinerend. Prijzen stijgen echter net zo snel: en een beetje appartement kost al gauw 1500 usd of meer, een half jaarsalaris voor de meesten hier, dus alleen voor de lokale bovenlaag en voor expats. Maar over vijf jaar of zo zal dat vast flink zijn gekelderd door het overaanbod dat nu ontstaat. Een echte varkenscyclus.
Maar goed, zo lang de Indiërs, Chinezen en natuurlijk Engelsen en Amerikanen er nog in geloven vloeien de investeringen nog naar deze regionale metropool. Inderdaad, Indiërs, die van oudsher in groten getale hier leven al tientallen jaren. Al sinds de aanleg van de Mombasa-Kisumu spoorlijn van midden vorige eeuw, toen veel van hen hier als gastarbeider kwamen, en zijn gebleven en inmiddels generaties verder, veel ondernemers heeft voortgebracht die hier sterk zijn, zoals in bouw, dienstverlening en de foodsector. Die dus ook achter veel van deze bouwprojecten zitten. Maar ook veel Kenyanen, waaronder de familie van de president, zijn machtige ondernemers en grootbezitters geworden. Op zich prima voor de werkgelegenheid en economie, ware het niet dat deze lieden ook heel goed zijn in het bevoordelen van zichzelf en de politiek soms regelrecht naar hun pijpen danst in het vergaren van nog meer rijkdom. Eigen belangen dienen namelijk beschermd te worden, nietwaar. De staat kan én wil hierin niet altijd wet- en regelgeving te handhaven, en corruptie van allerlei overheidsinstanties is hier elke dag volop in het nieuws (men maakt zich zelfs zorgen om het imago van Kenya in het buitenland..joh!). En mede daardoor profiteert de massa toch niet zoveel van de groei en investeringen als je zou wensen als rechtgeaarde Hollander. Nivellering is hier een onbekend woord… Goed, die fase komt dan nog wel, zoals dat ook bij ons gebeurde… na veel strijd (wat zo prachtig te zien is in een VARA serie momenteel op de Nederlandse TV). Gelijke rechten voor vrouwen, arbeiders etc die wij zo gewoon vinden heden ten dage, is hier nog ver weg, de rauwheid van het bestaan ligt hier om de hoek van elke straat.
Een paar voorbeelden. De soms extreme rijkdom is zichtbaar in de geblindeerde Porsche Cayennes of BMW van het M type, die hier rondrijden… vaak met maar soms ook zonder nummerbord. Héél vaag… De ongelijkheid zie je tegelijkertijd terug in het feit dat dagloners wachten bij bouwprojecten in de hoop op werk voor een schijntje. Of in de golfcourse die grenst aan Kibera, één van de grootste sloppenwijken op aarde, waar buschauffeurs geld betalen aan gangs en politie noch taxi durven komen. En de mankerende overheid is herkenbaar in de straten die ook hier in het relatief welvarende Kilimani, vaak nog vol gaten zitten. Elders, zoals in Kibera, is dat nog veel erger, en overstroomt de boel makkelijk bij de huidige El Nino geinspireerde regens. Grappig genoeg is de straat die vlak voor het nieuwe winkelcentrum naar de parkeergarage loopt, wel nieuw geplaveid, maar houdt dit mooie deel op precies op na die ingang. Een mooie metafoor: ja, de investeringen van de projectontwikkelaars leveren wat goeds op voor de gemeenschap (de nieuwe straat), maar net zo veel als in hun eigen belang is (want tot hun eigen garage en niet verder). De rest is de taak van de staat, die daar niet aan kan voldoen.
Zo blijft de ongelijkheid in stand, want de overheid is onvoldoende in staat noch toegerust om het algemeen belang te dienen en de ongelijkheid aan te pakken. Wat uiteindelijk tot spanningen kan leiden, om maar niet te spreken van de ellende die de armoede veroorzaakt in grote delen van dit land, die moreel ook maar moeilijk te verteren is. En dat ondanks de ‘boom’ in Nairobi. Maar toch. Die boom zorgt er wel voor dat meer mensen een salaris kunnen verdienen, hoe mager ook. En dat in Kibera ook de vooruitgang doordruppelt, waar delen van vroeger plastic en zeil doorgroeien naar staal en hout, en uiteindelijk steen. Als nu ook nog de rechten en zekerheden van die arbeiders doorgroeien… en ze eens fietspaden gaan aanleggen.
Stof tot nadenken genoeg hier dus. Maar dan wel onder het genot van een sambusa, nyama choma en een cold Tusker. De maag wil ook wat…