Bonjour Congo
Fout in de oorlog. Foute vrienden. Foute auto. En nu hebben we ook foute repen. Die term doet opgeld sinds vandaag, nu Mars in 55 landen miljoenen repen terug moet roepen omdat er in bepaalde partijen stukjes plastic zou zitten. Door een fout dopje ergens in een leiding. Foutje, bedankt. Gelukkig eet ik maar bar weinig Mars. Maar geruststellend dat ze zo goed controleren daar in Veghel. Het is me wat. Van een klein stukje plastic ga je toch niet dood, op kleine kinderen na dan. Hier in Congo eet ik wel weer mijn guilty pleasure, namelijk M&Ms, zo’n maxizak, en elke dag een handje met een kop thee. Heerlijk.
En dan de vogel- en krekelgeluiden vanaf de waterkant van Lac Kivu. Ik weet nog zo goed hoe ik een kleine drie jaar terug hier voor het eerst was. Dat uitzicht van het balkon van Hotel Elila, later vanuit het huis van Edith waar ik mocht verblijven. Zo magnifiek. Het lijkt hier niet veel veranderd sindsdien, de hoofdweg is nog steeds vol met gaten, de brug over de grens nog steeds niet in gebruik. Die lag er al toen ik hier het laatst was in 2013! Maar wel een soort van aanwinst is het imposante Panorama hotel dat zich van de hoofdweg via allerlei trappen en verdiepingen naar de waterkant kronkelt. Met kitscherige kamers, niet functionerende lift (niet erg handig met zoveel trappen), ongelijke lambrizeringen en traptreden, maar ook een mooi terras en aardig personeel. Schijnt van een of andere Congolees te zijn, die in het buitenland woont. Je denkt dan toch wel snel: fout geld… maar ja, money talks hier, en niemand kan ontkennen dat hij wel aan een hele rits jongeren een aardige baan biedt. En dat er dus vertrouwen is hier zo veel te investeren want dit moet me heel wat hebben gekost.
En waar je zelfs BVN kunt ontvangen. Vreemd idee hier Matthijs, Chris, Annechien en Eva te zien langskomen om over Nederlandse problemen te horen praten. Foute repen, weer een faillissement, nu van Perry sport, en de Elfstedentocht van ’85 die vrijdag integraal wordt uitgezonden, bij gebrek aan (weer geen) winter. Dat ik dan Erik Hulzebosch hoor ratelen over zijn avonturen toen hij als veertienjarig jochie de tocht der tochten uitreed, daarbij wordt uitgelachen door Halina Reijn vanwege zijn malle accent, ja dan moet ik toch wel glimlachen. Waar een klein land groot in kan zijn. Nu weer terug naar de realiteit hier, en dat betekent nog drie dagen buffelen en training geven aan ook heel aardige mensen, die de Elfstedentocht ook vast hadden gewaardeerd als ze Nederlander waren geweest. En een moord zouden doen om onze problemen te hebben…