In Somaliland
“Wat komt u hier doen?”, bijt de immigration officer me toe. "Hee! Bagageticket!” hoor ik even later als we de aankomsthal uit willen lopen. Nee, heel vriendelijk is de eerste ontvangst niet op de piepkleine luchthaven van Hargeisa, de hoofdstad van Somaliland. Maar als we de warmte inlopen, is dat al snel vergeten. Een paar mannen met bordjes voor internationale organisaties, een kleine parkeerplaats en de chauffeur van Oxfam die ons ophaalt. Lekker overzichtelijk en onafrikaans rustig. Zeker voor een stad van 1,5 miljoen inwoners.
We wurmen ons in de jeep die ons naar het nabijgelegen hotel brengt. Ook hier weer intensieve controle. Net als in Nairobi is de angst voor terroristische aanslagen groot. Maar even later kunnen we in onze kamer bijkomen van de reis die ons via Addis Abeba, Ethiopië naar dit jonge land in de Hoorn van Afrika bracht. Hoewel, ‘land’. Het is niet erkend door de VN of EU. Dus officieel bestaat Somaliland niet. Niettemin hebben ze sinds ze zich van Somalië afscheidden, een regering, een parlement, ministeries en alles wat erbij hoort, zelfs een eigen munteenheid. Het is ook verbazingwekkend hoe relatief goed het er hier uit ziet nadat in de burgeroorlog in de jaren tachtig en negentig de stad bijna helemaal plat werd gebombardeerd door de Somalische regering. Goed, veel bewoners leven nog in armoede in golfplaten hutten en de wegen zitten nog vol met gaten. Voordeel is dat de meeste huizen relatief nieuw zijn en nog niet zo vervallen. Verder is er een klein maar fijn internationaal vliegveld, er komt (warm) water uit de kraan in ons hotel, internet doet het goed en er is in het levendig centrum sinds kort een heuse shopping mall.
En ook is het relatief veilig, wat een wonder mag heten, zeker vergeleken met het nabijgelegen Somalië, dat als ‘failed state’ bekend staat, en waar het veelal te gevaarlijk is voor westerlingen. Toch gaat daar nog steeds het meeste donorgeld heen van deze regio, vooral voor noodhulp. Somaliland komt er bekaaid af, ten onrechte. Het lijkt in veel opzichten een wat vergeten regio.
Oxfam heeft hier een klein veldkantoor, al sinds 1997, net als de VN, EU en diverse internationale NGO’s. We zijn hier met een paar collega’s op bezoek om onze projecten en partners te bezoeken, en de afstemming met Nairobi kantoor van Oxfam te versterken. Oxfam Novib ondersteunt hier diverse lokale organisaties, op het gebied van bevordering van mensenrechten, in het bijzonder die van vrouwen en kinderen, versterking van de economische positie van deze groepen en goed bestuur door de overheid. Denk aan projecten als training aan ambtenaren om beter te besturen en eerlijke (lokale) verkiezingen te organiseren, activiteiten ontwikkelen voor vrouwen die voor hen inkomen generen, en voorlichting geven aan jongeren over HIV Aids. De laatstgenoemde organisatie houdt ons voor: “We moeten de jeugd als een ‘asset’ zien in plaats van een ‘liability’". Klinkt goed, ze willen het potentieel van de grote groep jongeren hier ontwikkelen en ze perspectief bieden, zodat ze bijvoorbeeld uit de criminaliteit blijven. Het is voor dit soort organisaties waar wij een rol hebben om ze te versterken en ondersteunen. Al is voor echte duurzame ontwikkeling een forse buitenlandse investering nodig, alsmede een competente, integere overheid. Dat is nog lang niet zover.
Waar kennelijk ook hulp van buitenaf voor nodig is: de enorme hoeveelheid plastic afval dat overal rondslingert en de bomen versiert. Iets wat je vaker ziet in arme landen maar hier wel heel erg. Een systeem van recycling zou dan handig zijn. Of statiegeld misschien? Een campagne "Somaliland schoon"? Het lijkt simpel, maar verander die mentaliteit maar eens. Met de sores van alledag is het voor veel mensen geen prioriteit. Het doet je de zegen beseffen van een schone omgeving. Bedenk echter hoe lang het bij ons niet heeft geduurd eer dat besef doordrong. Nog geen twee eeuwen geleden stonken onze grachten een uur in de wind… al was er nog geen plastic als nu.
Hopelijk waait er hier snel een nieuwe, frissere, wind. Het potentieel is er, al is de droogte en klimaatverandering zeker in hun nadeel. Wat helpt zijn de vele overmakingen via money agents die hier aankomen, afkomstig van familie die in de burgeroorlog naar het rijke westen vluchtte (deze ‘remittances’ overtreffen ruim de officiele ontwikkelingshulp). Een systeem dat hier in ieder geval al wel perfect functioneert. Een van de rijkste Somaliërs is de oprichter van het grootste money transfer bedrijf hier. Helaas worden naar het schijnt via deze weg ook wel eens minder frisse praktijken gefinancierd, zoals terroristen. Ingewikkeld allemaal…